GenealogieOuders: Jacob van Brecht x Josina van den Douve.Proband: Philip van Brecht (bleef ongehuwd). Kinderen: kinderloos overleden. Bestuurlijke functiesPolitieke: Schepen 1596 99; hoog- en laagschout 1599-1629.BijzonderhedenPhilips vader was hoog- en laagschout van 's-Hertogenbosch; Philip was jonker en heer van Hagoort. |
Noten | |
1. | Van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen II, 94, 167. |
Jacob van Brechts zoon, Philip, was minder zichtbaar en minder conflicterend. Toen Philip in 1612 vroeg om een verhoging van zijn toelage verwezen de twee eerste leden van de magistraat hem netjes door naar de Raad van Brabant, maar in december 1614 reageerde het stadsbestuur met een verering van duizend gulden op basis van een blijkbaar eerder gedane toezegging.759 De betere plooibaarheid van Philip blijkt ook uit het feit dat hij nauwer samenwerkte met de magistraat. Zo viel hij - op aandringen van de magistraat - het huis van rentmeester Van Broechoven niet binnen ondanks de aandrang van de Raad van Brabant daarop in 1609 en deed hij alleen evicties in het kader van het leenhof van Brabant na kennisname daarvan door de magistraat.760 Een aanwijzing voor de verbeterde verstandhouding is ook de waardering die hij van het stadsbestuur kreeg in de vorm van schenkingen in het algemeen. Jacob van Brecht viel in de periode tussen 1579 en 1598 viermaal een schenking ten deel. Zijn zoon Philip ontving in de dertigjarige periode daarna tenminste twintig schenkingen, zoals blijkt uit de stadsrekeningen. Aanvankelijk werden de schenkingen aan Van Brecht nog wel gemotiveerd met omschrijvingen als om sekere diensten of om redenen, maar naderhand kwamen ze min of meer als routine terug. Een dergelijke handelwijze zou, zoals Bosman en anderen aangeven in hun onderzoek over ‘beschenken of besteken’, erop duiden dat schenken min of meer tot een geïnstitutionaliseerd proces was geworden, en een bewijs dat Philip van Brecht - zeker in vergelijking met zijn vader - een betere reputatie genoot.761 | 158 |
Noten | |
759. | OSA 176, 14 januari 1612; OSA 176, 31 december 1614. |
760. | OSA 175, f331, 27 november 1609; OSA 177, 31 mei 1616. |
761. | Bosman, Van den Oord en Vos, ‘Beschenken of besteken’, 219-222. |
zilver, gegoten, gesneden diameter: 3 cm dikte: 0.2 cm hoogte: 3.4 cm gewicht: 26.8 gr Rond zegelstempel met aan de achterzijde een rijk bewerkt handvat met dolfijnen en op een ovaaltje het jaartal 1596, en gegraveerd: S : PHLI + • DE • BRECHT. Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van twee cirkels en een parelrand, en aan de binnenzijde een parelrand. Op een versierd veld een accoladeschild. Heraldische beschrijving: een klimmende dubbelstaartige leeuw en een in twee rijen geschaakte schuinbalk over alles heen. |
Provinciaal Genootschap 1596 Zilver | 12 |
J.G. Brinkhof, Het Huis Van Brecht (2018) 100, 104